Chris schreef:Ik raak je een beetje kwijt in het hele verhaal...
Wanneer Den Haag - Rotterdam geheel viersporig wordt moeten er gewoon flink wat aanpassingen worden gedaan aan het emplacement van Rotterdam Centraal aan Schiedamse zijde. Als het aan die kant aangepast is zijn denk ik alle problemen opgelost.
Ook al zullen de kruisende rijwegen van Den Haag HS (Sp 5 & 6) naar CS nog wel de nodige capaciteit kosten. Overigens ben ik ook benieuwd naar de verbouwing van de sporen op Den Haag Centraal. Daar hoor je momenteel ook niet veel meer over.
Misschien moet ik 's avonds laat geen uitgebreide verhalen proberen te schrijven.
In elk geval klopt het zeker dat bij viersporigheid de simpelste manier is om het emplacement van Rotterdam Centraal aan de Schiedamse zijde te verbouwen. Kruisingsconflicten bij Den Haag HS kan je oplossen door langer te blijven wachten op een rijpad, wat niet ideaal is maar wel een goedkope oplossing. Ik denk echter dat bij zeer hoge frequenties die rond 2040 nodig zullen zijn je op een gegeven moment niet meer uitkomt in de dienstregeling met een gelijkvloerse kruising. Ik denk dat daarom een manier bedacht is om te ontvlechten, maar wat daarin de juiste keuze is valt natuurlijk over te discussiëren.
Ik denk dat het verhogen van de frequentie an sich niet het doel is. Er moeten de komende jaren in de regio honderdduizenden woningen bijkomen, die bij voorkeur worden ontsloten per openbaar vervoer. De wegen slibben tenslotte nu al dicht, en er zijn ook klimaatdoelen om te halen. Een van de plannen is om veel te bouwen rondom de 'Oude Lijn', waar de ruimte rond de meeste bestaande stations schaars is. Door het toevoegen van een aantal nieuwe stations ontstaan er mogelijkheden voor extra bouwlocaties. Ook zijn er simpelweg stadsdelen die al decennia langs een spoorlijn liggen maar waar nog steeds geen trein stopt. De wens is dus om nieuwe stations te openen, wat in de dienstregeling niet mogelijk is zonder volledige viersporigheid. Ook leidt het openen van nieuwe stations tot een grotere reizigersstroom, wat een capaciteitsverhoging nodig maakt in de vorm van een hogere frequentie of langere treinen. Tegenwoordig wordt vooral ingezet op korte maar hoogfrequente treinen omdat dit aantrekkelijker is voor de reiziger, maar zo lang mogelijke en iets minder frequente treinen zijn natuurlijk ook een optie. Bij viersporigheid en een hoge frequentie krijg je in elk geval kruisingsconflicten op een of meerdere locaties, waarvoor nu oplossingen bedacht worden.